Steeds meer huisartsen (nu zo’n 90%) hebben een praktijkondersteuner huisartsen voor geestelijke gezondheidszorg (POH-GGZ). Het POH-GGZ-team van GGZ Delfland is de laatste twee jaar dan ook flink gegroeid: er werken zo’n 41 POH-GGZ’ers op ruim 59 huisartsenpraktijken in het werkgebied van GGZ Delfland. Waarom zijn ze zo populair en wat doen ze eigenlijk? Praktijkondersteuners Annemiek Verbeek en Esther van der Lugt vertellen over luisterende oren, de juiste laatjes (kunnen) opentrekken en weten wanneer je moet doorverwijzen.
Steeds meer huisartsen (nu zo’n 90%) hebben een praktijkondersteuner huisartsen voor geestelijke gezondheidszorg (POH-GGZ). Het POH-GGZ-team van GGZ Delfland is de laatste twee jaar dan ook flink gegroeid: er werken zo’n 41 POH-GGZ’ers op ruim 59 huisartsenpraktijken in het werkgebied van GGZ Delfland. Waarom zijn ze zo populair en wat doen ze eigenlijk? Praktijkondersteuners Annemiek Verbeek en Esther van der Lugt vertellen over luisterende oren, de juiste laatjes (kunnen) opentrekken en weten wanneer je moet doorverwijzen.
Om de hoek
Als belangrijkste reden voor de populariteit van de POH-GGZ noemen Annemiek en Esther beide de laagdrempeligheid. “Wist je dat 40% van de Nederlanders een keer in hun leven last krijgt van psychische problemen?”, vraagt Annemiek. “En dan bel je toch in eerste instantie je huisarts. Wij zijn in de buurt en het eerste aanspreekpunt waar mensen veilig over problemen kunnen praten die ze misschien niet zomaar met familie of vrienden bespreken en waarvoor je ook niet altijd direct naar een psycholoog of psychiater wilt of hoeft.” Esther hoort regelmatig van cliënten dat ze het prettig vinden dat ze voor psychische problemen ‘gewoon’ naar de huisartsenpraktijk kunnen. “De stap naar de geestelijke gezondheidszorg (ggz) is voor hen te groot, terwijl ze wel mentale of fysieke klachten hebben waardoor ze vastlopen of minder goed kunnen functioneren.”
Aanwinst voor de huisartsenpraktijk
Vroeger voerden huisartsen zelf de gesprekken bij psychische klachten of verwezen ze door naar een psycholoog of psychiater in de tweedelijnszorg. Nu kunnen ze deze zorg aan de POH-GGZ in hun eigen praktijk overdragen, met als toegevoegde waarde dat sinds 2012 ook de kortdurende interventie en behandeling van de POH-GGZ worden vergoed. “Daardoor hebben we niet alleen meer tijd om naar de psychische problemen te luisteren - tijd die de huisarts vaak zelf niet heeft - maar kunnen we ook zelfstandig in de huisartsenpraktijken cliënten verder helpen. Ik ben opgeleid als toegepast psycholoog en Esther heeft een achtergrond als sociaal psychiatrisch verpleegkundige (SPV).” Die zelfstandige positie wordt gewaardeerd. “Huisartsen zien de POH-GGZ als aanwinst voor de praktijk en ook de waardering van cliënten is hoog. Ze noemen de laagdrempeligheid, brede deskundigheid en autonomie van de POH-GGZ.”
Net als een huisarts op één dag allerlei patiënten ziet, zo hebben ook wij met allerlei verschillende klachten te maken
Annemiek Verbeek
Middenin de samenleving
Die positie, middenin de samenleving, maakt het werk leuk, vindt Annemiek. “Er gebeurt van alles op de huisartsenpraktijk. De huisarts verwijst een cliënt naar ons door of iemand komt rechtstreeks via de doktersassistent, als meteen duidelijk is dat het om een psychische hulpvraag gaat. Net als een huisarts op één dag allerlei patiënten ziet, zo hebben ook wij met allerlei verschillende klachten te maken. Stress, overbelasting, depressieve klachten, angst, rouw, relatieproblemen, ruzie in de familie, seksuele vraagstukken, traumatische gebeurtenissen… Je moet snel en makkelijk kunnen schakelen. Gemiddeld spreken we op een dag zo’n 8 tot 10 patiënten. De één komt voor een intake, de ander voor een vervolggesprek. Die afwisseling, maar ook de intensiteit van de problematiek, maken het werk soms zwaar, maar ik vind het nog altijd bijzonder dat ik de innerlijke wereld van mensen mag zien, en niet alleen de buitenkant.”
Het zijn klachten waarmee ook je buurvrouw, moeder of zus kunnen vastlopen
Esther van der Lugt
Mildere psychische klachten
Esther moest wel wennen aan de meer ‘alledaagse problemen’. “Ik werk al bijna zestien jaar als verpleegkundige voor GGZ Delfland en heb altijd in de intensieve psychiatrische zorg gewerkt, vaak met mensen met een psychotische stoornis. De psychische klachten die ik nu sinds drie jaar als praktijkondersteuner zie, zijn milder. Het zijn klachten waarmee ook je buurvrouw, moeder of zus kunnen vastlopen.” Naast haar studie SPV en de opleiding voor POH-GGZ heeft Esther zich daarom nog extra verdiept in klachten als stress, overbelasting en rouw. “Ik wist bijvoorbeeld niet dat mensen in stresssituaties – los van de oorzaak – bijna allemaal dezelfde fysieke klachten krijgen, zoals spierpijn, slecht slapen en concentratieproblemen. Die kennis helpt me om beter te luisteren, door te vragen, maar ook om klachten voor cliënten te normaliseren. Zij kunnen zich bijvoorbeeld zorgen maken over fysieke klachten, maar sommige klachten zijn een expliciete uiting bij psychische problemen. Ze staan met elkaar in verbinding.”
Een hulpboek of therapie
Hoe Esther en Annemiek een cliënt verder helpen, verschilt per persoon. Het begint met luisteren, doorvragen en het probleem verhelderen. Na een uitgebreid intakegesprek bepalen ze of ze iemand zelf kunnen begeleiden met 5 tot 8 consulten of dat ze doorverwijzen naar tweedelijns of specialistische zorg. “Soms is één gesprek al voldoende of is iemand al geholpen met een (hulp)boek of filmpjes over rouw op YouTube. Soms denken we mee over hulpverleners als een relatietherapeut, haptonoom of een seksuoloog.” En lichte problematiek kunnen ze dus ook zelf met therapeutische interventies behandelen, zoals met cognitieve gedragstherapie of oplossingsgerichte therapie. Of ACT, de Acceptance en Commitment Therapie waar een groot deel van de POH-GGZ’ers van GGZ Delfland recent in is geschoold. Esther is er enthousiast over: “Het geeft veel inzicht in waarom je de dingen doet zoals je ze doet, wat je bijvoorbeeld waardevol of waardeloos vindt, en welke ongeschreven regels je jezelf voorschrijft. Het is een mooie toevoeging aan ons arsenaal. Hoe meer hulp- en therapievormen je kent, hoe beter je kunt kiezen wat voor jouw specifieke cliënt werkt. En als je het zelf niet weet, kun je altijd jouw casus inbrengen tijdens de tweemaandelijkse intervisiebijeenkomsten met andere POH-GGZ’ers van GGZ Delfland of samen met de huisarts een psychiatrisch consult aanvragen.”
Doorverwijzen bij psychische problemen
De meeste cliënten helpen Annemiek en Esther zelf verder. Het aantal doorwijzigingen is over het algemeen laag. “Maar er is geen peil op te trekken, hoor”, vindt Annemiek. “Soms verwijs je op één dag vier mensen door, en dan weer weken niet. En, bij ernstige, acute problematiek schakelt de huisarts soms meteen verdere hulpverlening in. Dat hangt af van de afspraken die je maakt met de huisartsen voor wie je werkt. Soms vinden ze het prettig als wij eerst nog meekijken, de juiste verwijzing regelen en eventueel overbruggingszorg bieden als dat nodig is. Het is in elk geval een belangrijk onderdeel van ons werk: dat we niet alleen zelf zorg bieden of voorkomen, maar ook psychische stoornissen herkennen en naar de juiste plek doorverwijzen.” Annemiek noemt als voorbeeld een jonge vrouw die bij haar kwam omdat ze vastliep op haar werk. “Uit de gesprekken bleek al snel dat dit te maken had met seksueel misbruik waar ze nooit eerder over had gesproken. Ik heb haar begeleid in wat ze – in meer algemene termen – op haar werk en tegen de bedrijfsarts kon vertellen, maar ben zelf weggebleven van het trauma. Dat heb ik ook tegen haar gezegd: ‘Ik wil niet iets bij je openen waar ik je niet goed bij kan helpen’. Inmiddels is bij mijn collega’s in de tweedelijns ggz de diagnose PTSS gesteld en begeleiden ze haar met de juiste behandeling.”
De problemen zijn soms ook best zorgelijk, en als ik dan 10 cliënten op een dag zie, moet ik mijn hoofd wel even leeg fietsen
Esther van der Lugt
Wensen voor de toekomst
De POH-GGZ is veelgevraagd en wordt gewaardeerd. Zijn er ook nog verbeterpunten of wensen voor de toekomst? “Nou, de werkdruk speelt natuurlijk ook een rol in ons werk”, zegt Esther. “De problemen zijn soms ook best zorgelijk, en als ik dan 10 cliënten op een dag zie, moet ik mijn hoofd wel even leeg fietsen. Gelukkig heb ik goed contact met de drie huisartsen voor wie ik werk, en omdat ik zelf al jaren bij GGZ Delfland werk, kan ik altijd even sparren met collega’s uit mijn oude team. Maar het blijft een aandachtspunt om niet alleen goed voor de cliënt maar ook goed voor elkaar te zorgen. Practise what you preach, toch?” En, voegt Annemiek toe: “Het zou fijn zijn als we meer tijd kunnen besteden aan preventie. Ik ben al jaren hardloopcoach, en mijn handen jeuken soms. Kunnen we niet een wandelgroepje opzetten voor mensen met een depressie? Kunnen we ook groepsbijeenkomsten organiseren voor gelijkgestemden en hun familie? Ik weet dat ik niet de enige ben die er zo over denkt, dus misschien krijgen we het samen voor elkaar en kunnen we nog meer en nog eerder zorg voorkomen door mensen zelf in beweging te brengen.”
Wat vond je van het verhaal?
Deel dit artikel: