Een kind krijgen is voor veel mensen een ingrijpende levensgebeurtenis. Zeker voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. De kans is groot dat hun klachten opnieuw opspelen, of verergeren tijdens de zwangerschap of na de geboorte. De poli Zwangerschap en psyche van GGZ Delfland is er speciaal voor deze (aanstaande) ouders. Sinds kort is er in het behandelaanbod van deze poli een speciale ouder-babygroep, om de band tussen ouder en kind te verbeteren.
Een kind krijgen is voor veel mensen een ingrijpende levensgebeurtenis. Zeker voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. De kans is groot dat hun klachten opnieuw opspelen, of verergeren tijdens de zwangerschap of na de geboorte. De poli Zwangerschap en psyche van GGZ Delfland is er speciaal voor deze (aanstaande) ouders. Sinds kort is er in het behandelaanbod van deze poli een speciale ouder-babygroep, om de band tussen ouder en kind te verbeteren.
“Eigen nare jeugdervaringen kunnen weer actueel worden bij de geboorte van een kind, en doorspelen in het ouderschap,” vertelt Cindy Koek, gz-psycholoog en orthopedagoog op de poli Zwangerschap en psyche (voorheen POP-poli). “Hierdoor kan het voor een ouder moeilijk zijn om er te zijn voor het kind als dat nodig is.“ De baby is dan als het ware de ‘traumatrigger’, waarmee een trauma aan de oppervlakte komt of om in te zien hoe belangrijk het is om in behandeling te gaan.
Negatief patroon doorbreken
“Een ouder met psychische klachten is vaak emotioneel beperkt beschikbaar”, vult verpleegkundig specialist Marja Rodenburg aan. “De baby kan hierop reageren waardoor een ouder zich bijvoorbeeld afgewezen kan voelen. Zo komen ouder en kind in een negatieve ‘dans’ terecht.” Wanneer hier tijdig aandacht voor is, kan de ouder-kindrelatie gezond ontwikkelen, vertelt Marja. “Wij willen dat patroon daarom zo vroeg mogelijk doorbreken.” Uniek aan de poli Zwangerschap en psyche is dat Cindy, Marja en hun collega’s niet alleen de psychische klachten van de ouder behandelen, maar ook aandacht hebben voor de ouder-kindrelatie. Cindy: “Je kunt al zo veel zien wanneer ouder en kind de kamer binnenkomen: je ziet feitelijk ‘het verleden’ in het heden: het gedrag van de baby. Wij behandelen niet alleen individuen, maar echt de relatie tussen ouder en kind, zodat de baby weer gewoon baby kan zijn in plaats van traumatrigger.”
Wij behandelen niet alleen individuen, maar echt de relatie tussen ouder en kind, zodat de baby weer gewoon baby kan zijn
Cindy Koek
Trauma komt rond zwangerschap vaak weer boven
Marja werkt al 23 jaar als verpleegkundig specialist bij GGZ Delfland; tot 2020 altijd met ouders met psychische klachten. Soms kwamen de kinderen mee naar de behandelkamer. “Dan kreeg ik vaak een beetje pijn in m’n buik. Ik had soms zo met hen te doen. Dus toen ik een vacature zag op de poli Zwangerschap en psyche, dacht ik: ‘wauw, hier kan ik preventief iets betekenen voor kinderen van ouders met psychische problemen.” De meeste klachten die Marja en Cindy op de poli voorbij zien komen hangen samen met trauma, nare jeugdervaringen, of affectieve verwaarlozing. “We zien met name ouders of aanstaande ouders met angst- of stemmingsklachten door vroegkinderlijk trauma, een posttraumatische stressstoornis door een bevallingstrauma, of trauma door de eerste periode na de bevalling.” Dat laatste kan het geval zijn wanneer de baby bijvoorbeeld prematuur geboren is, veel huilt, niet goed drinkt, of slecht slaapt, legt Cindy uit. “Als het overmatig huilen na enkele maanden ophoudt, kan de ouder zich toch nog steeds machteloos voelen wanneer de baby huilt.”
Ouder-babygroep: mindfulness, IMH en leren mentaliseren
Nieuw in het aanbod van de poli Zwangerschap en psyche is de ouder-babygroep. Deze is gericht op ouders met een kindje tot één jaar, die vanwege psychische klachten een moeilijke relatie hebben met hun kind. Of die door hun veranderende rol als ouder moeite hebben om goed voor zichzelf te zorgen. Cindy: “Onze doelgroep zit in een unieke fase. Ze krijgen plotseling te maken met wezenlijke thema’s als: kan ik mijn kind in leven houden? Lukt het mij om het een veilige basis te bieden? Wie wil ik zijn als ouder? Bovendien verandert je brein wanneer je een kind krijgt, zowel bij vrouwen als bij mannen. In de ouder-babygroep is veel aandacht voor deze transitie.”
De groep bestaat uit zo’n zes tot acht ouders – meestal moeders – met hun baby. Zij komen zes keer bij elkaar, drie keer met baby en drie keer zonder. Marja: “We doen veel mindfulness-oefeningen, gebaseerd op het protocol ‘mindful met je baby’ van Eva Potharst, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Dat vullen we aan met IMH en leren mentaliseren.” IMH staat voor Infant Mental Health, een visie gericht op het samenspel tussen de omgeving van een jong kind, de biologische factoren en de ouder-kindrelatie. Mentaliseren betekent beseffen dat ieder mens een eigen binnenwereld heeft en dus iets anders kan denken, voelen en nodig hebben dan jijzelf. “Dat is per definitie moeilijk voor onze patiënten, vanwege hun psychische klachten. Wanneer je stresssysteem aangaat, heb je gewoonweg geen ruimte meer om te mentaliseren. Dat leidt tot primaire gedachten als ‘mijn baby huilt omdat hij me dwars wil zitten’. Wanneer je brein kalmer is, kun je zien dat dat niet het geval is; dat je baby huilt omdat hij troost, aandacht, of geborgenheid nodig heeft.”
De baby is in deze groep heel geëmancipeerd; hij wordt als een gelijkwaardige partner gezien
Cindy Koek
‘Repareren’ is mogelijk
“Tijdens de sessies zijn we alleen gericht op het hier en nu”, vertelt Cindy. “We hebben het niet over diagnoses of de voorgeschiedenis van de ouders, hun eventuele trauma behandelen we apart. Wel hebben we het over de gewaarwording van oud zeer in het hier en nu, en dan vooral in het contact met de baby. Daarom werken we veel met mindfulness: dat draait om leren waarnemen wat er is, zonder oordelen en vandaaruit kijken wat er nodig is voor de ouder zelf en voor de baby.” De baby is in deze groep heel geëmancipeerd; hij wordt als een gelijkwaardige partner gezien. De groep zit dan ook bewust niet aan een tafel, maar op kussens op de grond en op ooghoogte van het kind. “We leren de cliënten allereerst met mindfulness om hun brein rustig te krijgen. En vervolgens dat ze altijd kunnen herstellen of ‘repareren’ wat er mis is gegaan: ze kunnen hun baby alsnog een knuffel geven. Dat is een heel belangrijke constatering, die ouders hoop geeft en hun schuldgevoel vermindert.”
Ik vind het belangrijk dat het taboe op psychische klachten rond de zwangerschap verdwijnt
Marja Rodenburg
Volgens Marja is het daarbij erg belangrijk dat zij en haar collega’s oordeelsvrij zijn.” Cliënten mogen hun nare, soms schaamtevolle gedachten vertellen. Sowieso vind ik het belangrijk dat het taboe op psychische klachten rond de zwangerschap verdwijnt. Dat begint al als een vrouw vertelt dat ze zwanger is. De eerste reactie is dan steevast ‘gefeliciteerd!’ en de vrouw wordt geacht blij te zijn. Maar sommige vrouwen voelen op dat moment helemaal geen blijdschap. Door de enthousiaste reacties van de buitenwereld denken ze dat dat raar is. Daardoor lopen ze veel te lang door met klachten als angst en neerslachtigheid. Dat geldt overigens niet alleen voor vrouwen met een trauma; ook vrouwen zonder psychiatrische voorgeschiedenis kunnen, onder invloed van zwangerschapshormonen, psychische klachten ontwikkelen.”
Sommige deelnemers houden contact
Marja en Cindy zien hoe fijn ouders het vinden om contact te hebben met lotgenoten. Na veel onbegrip in hun omgeving ervaren ze in de ouder-babygroep vaak eindelijk herkenning. Marja: “Bovendien zeggen ze unaniem: ‘het is zó fijn om twee uur alleen maar met mijn baby bezig te zijn. Dat komt normaal eigenlijk niet voor.’ Aan de ene kant vind ik dat pijnlijk om te horen, maar tegelijkertijd maakt mijn hart dan een sprongetje: we doen dus iets goed.” Dat ‘goede’ is allereerst erkenning geven: de therapeuten normaliseren de gevoelens van de ouders. Cindy: “Daarnaast bieden we theorie. Veel vrouwen denken bijvoorbeeld dat ze honderd procent beschikbaar moeten zijn voor hun baby. Wij vertellen dan dat dat helemaal niet nodig is om een goede ouder te zijn. En dat ze kunnen ‘repareren’ wat niet goed is gegaan. Dat stelt hen gerust.” Het commitment van de groep is hoog; alle ouders waren er alle keren, zegt Marja trots. “Sommigen hebben nog steeds contact met elkaar.
Wat vond je van het verhaal?
Deel dit artikel: